Onderricht

Verstilling en Contemplatie Inleiding

Basisprincipes voor het beoefenen van verstilling en contemplatie tijdens zittende meditatie

Inleiding door Zhi Yi


Doe geen slechte dingen
Beoefen alle goeds
Zuiver zelf je eigen geest
Dit is het onderricht van alle boeddha’s.

Er zijn veel wegen om de werkelijkheid van het uitdoven binnen te gaan. Bespreken we enkel de meest essentiële, dan gaat er niets boven de twee manieren van verstilling en contemplatie. Waarom is dit zo?

Verstilling is de eerste poort om de boeien te bedwingen.
Contemplatie is de juiste en essentiële aanpak om de dwalingen het pad af te snijden.

Met verstilling heb je een goede uitrusting om je geest en bewustzijn met liefde te voeden.
Contemplatie is een wonderbaarlijk instrument om een diep verstaan op te wekken.

Verstilling is veruit de beste grondvoorwaarde om meditatieve stabiliteit te bereiken.
Contemplatie is de bron voor inzicht en wijsheid.

Wie deze twee oefeningen van concentratie en inzicht beheerst, beschikt over alle middelen om zichzelf en anderen te cultiveren. In de Lotus Sutra staat:
“De boeddha zelf verwijlt in het Grote Voertuig. Al zijn realisaties zijn versierd met de kracht van concentratie en inzicht, en hij gebruikt deze om alle levende wezens te bevrijden.”

Deze twee manieren zijn als de twee wielen van een kar, of als de twee vleugels van een vogel. Oefen je enkel één ervan, dan kom je ten val en zet je alles op zijn kop.

Een sutra stelt:
“Wie enkel de deugdzame kwaliteiten van meditatie beoefent, en inzicht en wijsheid niet cultiveert, die noemen we onwetend. Wie enkel inzicht en wijsheid cultiveert en de deugdzame kwaliteiten van meditatie niet beoefent, die noemen we ontspoord.”

Tussen de fouten van onwetend en ontspoord zijn kunnen we wellicht nog kleine verschillen opmerken. Maar wat betreft de manier waarop ze foute visies in gang zetten, is er weinig verschil.
Wie uit balans is, zal merken dat zijn beoefening nooit tot volheid komt. Gezwind opstijgen tot de allerhoogste spirituele vrucht is dan bij voorbaat onmogelijk.

Een geschrift stelt:
“De concentratie van een toehoorder is sterk. Maar hij slaagt er niet in de boeddha-natuur te zien. Het inzicht van de bodhisattva’s in de tien stadia is groot. Zij zien wel de boeddha-natuur maar hun beeld is niet klaar en scherp. Enkel de boeddha’s en de tathagata’s hebben hun vermogen tot concentratie en inzicht in balans, en zijn daarom wel in staat om klaar en duidelijk de boeddha-natuur te zien.”

Wanneer we deze uitleg goed beschouwen, dan zien we duidelijk dat verstilling en contemplatie de belangrijkste poorten zijn tot de grootse vrucht van het uitdoven, dat het de beste weg is voor alle beoefenaars, dat het de weg wijst naar de volheid van alle deugden, dat het dat is waaruit de allerhoogste en ultieme vrucht zelf bestaat.

Wanneer we dit juist inzien, dan weten we dat deze dharma-poort van verstilling en contemplatie in werkelijkheid niet oppervlakkig is.

We wensen alle beginnende beoefenaars op te trekken en te begeleiden, hun onduidelijkheid uit te klaren en hen aan te sporen op het Pad. Maar een uitleg geven is makkelijk, het beoefenen is moeilijk. Waarom zouden we dan nog eens uitgebreide discussie opzetten over diepe en subtiele onderwerpen?

Daarom geven we hier een beknopte toelichting van tien concepten. We willen hiermee aan de beginnende beoefenaar tonen welke treden er zijn om het juiste pad te beklimmen, welke stadia er zijn in het binnen gaan in het uitdoven.

Elke beoefening is moeilijk. Aan allen die deze zaken overwegen; wees je daar van bewust. De zinnen die hier staan, zijn misschien oppervlakkig en weinig diepgaand, maar misprijs ze daarom niet. Wanneer je bewustzijn de intentie van de woorden vat, dan zal in dat ene ogenblik onbevattelijk inzicht en bevrijding ontstaan, dan zal onmetelijk diep verstaan tot stand komen. Wanneer je echter op een nutteloze manier verstrikt geraakt in de woorden en de zinnen, of je gaat in tegen de bedoeling van de tekst, dan zullen de maanden en jaren vruchteloos passeren, en zal er geen basis kunnen ontstaan voor realisatie.

Dan worden we zoals een arme drommel die de schatten van iemand anders aan het tellen is; wat nut zou dat kunnen hebben?

Ten eerste, het in orde brengen van de voorwaarden.
Ten tweede, het een halt toeroepen van verlangens.
Ten derde, het afgooien van bedrukkingen.
Ten vierde, in harmonie brengen.
Ten vijfde, praktische middelen.
Ten zesde, de juiste beoefening.
Ten zevende, ontstaan van het deugdzame.
Ten achtste, verlokkingen onder ogen zien.
Ten negende, het behandelen van ziekte.
Ten tiende, realisatie van de vrucht.

We zullen nu deze tien ideeën kort uitleggen en daarmee de beoefening van verstilling en contemplatie toelichten. Ze vormen de absolute basis voor de beginnende beoefenaar van de zittende meditatie. Door hun betekenis goed en zorgvuldig op te nemen, is men in staat de geest tot rust te brengen, moeilijkheden te vermijden, meditatieve concentratie te ontwikkelen en inzicht op te wekken en de pure, edele vrucht te realiseren.

Toelichtingen bij de grondtekst door Shaku Jinsen
De tekst begint met een citaat. Het betreft één van de meest beknopte samenvattingen van de boeddhistische leer. Doe geen slechte dingen, beoefen alle goeds, en zuiver je eigen geest; dat is waar de leer van alle boeddha’s om draait.
De eerste twee regels zou je kunnen lezen als ethische beginselen voor het handelen, de derde regel als grondbeginsel van de contemplatieve weg. Beiden moeten in overeenstemming zijn. Onze meditatie-praktijk zal pas een volheid bereiken als ze uitgedrukt kan worden in ons dagdagelijks handelen. Maar ook omgekeerd; hoe we in het leven staan zal onze meditatie-praktijk beïnvloeden. Het is een goede zaak om ons daarvan bewust te worden en het één niet te zien als een vlucht voor het andere. Het is op lange termijn niet heilzaam om stilte te zoeken omdat we niets meer willen te maken hebben met een te drukke wereld, of omgekeerd om ons te verbergen achter een drukke agenda om het nadenken over onszelf en de wereld uit de weg te gaan.

Een ander interessant punt in dit citaat zijn de meervoudsvormen: niet het kwaad maar slechte dingen, niet het goede maar alle goeds, niet de Boeddha of het boeddhisme maar de leer van alle Boeddha’s. Zo wordt een scherpe tegenstelling tussen absoluut goed en kwaad vermeden, en ontstaat er ruimte voor verkenning. Soms kiest men ook voor de vertalingen ‘heilzaam/deugdzaam’ en ‘onheilzaam/ondeugdzaam’ in plaats van het hardere ‘goed/kwaad’.

Dat betekent echter niet dat alles relatief is. Ook het boeddhisme kent haar waardenschaal. Het uitdoven is datgene waarnaar alle wegen leiden. Om dit uitdoven mogelijk te maken, schuift Zhi Yi de twee methodes van verstilling en contemplatie naar voor. Het uitdoven is de letterlijke vertaling van het Sanskriete nirvana. Als richtsnoer voor de spirituele weg klinkt ‘uitdoven’ wat negatief. Het is goed om dan te kijken naar wat er moet uitdoven. Dat is ons onblusbaar verlangen en dorst naar steeds meer. Vaak wordt dat vergeleken met een vuur. Je wil het vuur tevreden houden en je gooit er een paar houtblokken op. Maar dat zorgt ervoor dat het vuur hoger oplaait. Hoe meer brandstof hoe hoger de vlammen. Het is deze vicieuze cirkel van steeds meer die uitgedoofd moet worden. Het uitdoven krijgt zo een positieve invulling. Vooral nu we leven in een maatschappelijk bestel dat meer en meer gebaseerd lijkt op de motor van onblusbaar verlangen naar meer.

Twee methodes moeten soelaas brengen. Verstilling en contemplatie. Verstilling is hier gekozen als vertaling van het Chinese woord zhi wat ‘stoppen’ betekent. Dit Chinese schriftteken heeft een interessante oorsprong; het zou een pictogram zijn van een voetafdruk. Een in vorm verstilde beweging als het ware. Misschien kunnen we onze meditatie ook zo leren zien: een in meditatie-vorm verstilde beweging van ons immer bewegend bewustzijn. Contemplatie is de vertaling van het Chinese woord guan. De grondbetekenis van dit woord is ‘rondkijken’, ‘het hoofd draaien en alles overschouwen’. Het is dus meer dan enkel zien of kijken, maar een bewust en geconcentreerd overschouwen. We hebben deze nuance proberen te vatten met ‘contemplatie’.

Onze beweging verstillen tot een quasi-stilstand en vanuit deze verstilling alles overschouwen, dat is volgens Zhi Yi de meest essentiële weg om te komen tot het uitdoven. Het inzicht dat geboren wordt uit deze contemplatie zorgt dan weer voor een grotere gemoedsrust, wat weer voor een diepere verstilling zorgt, die dan weer leidt tot meer ruimte voor contemplatie…. Een gezonde meditatie-praktijk integreert deze twee beweging in één dynamische oefening.

Verstilling is de benaming voor de act van het verstillen, maar ook van het resultaat: een verstilde geest. Bij het woord contemplatie ligt dat wat moeilijker. We zouden kunnen zeggen dat contemplatie de act is, en wat er uit voorkomt inzicht is. Beide woorden, contemplatie en inzicht, vallen samen in het Chinese woord guan. In het Nederlands zullen we naargelang de context moeten afwisselen tussen contemplatie en inzicht.

Verstilling zorgt ervoor dat we negatieve houdingen kunnen verstillen, dat we ons bewustzijn met ‘liefde kunnen voeden’, en is de basis voor een stabiele meditatie. Contemplatie zorgt er voor dat we leren zien waarom bepaalde negatieve houdingen toch hardnekkig kunnen zijn. Ze schenkt ons het inzicht om deze negatieve patronen langzaam om te buigen en te transformeren.

Een laatste aandachtspunt uit deze inleiding is de verklaring dat verstilling en contemplatie niet alleen de eerste toegang bieden tot de ‘hoogste vrucht’ (ze zijn ‘dharma-poorten’), maar uiteindelijk ook ‘dat is waaruit de allerhoogste en ultieme vrucht zelf bestaat’. Dit inzicht heeft grote gevolgen voor hoe we aankijken tegen de beoefening. Het gaat over de verhouding tussen middel en doel. Meditatie is in eerste instantie een goede techniek om tot rust te komen. Meditatie is een middel om het doel rust te verwerven. Maar een gedegen beoefening zal zich langzaam transformeren tot het doel zelf. Het middel wordt het doel. In de act van de meditatie toont zich verstilling en inzicht, en deze verstilling en inzicht is uiteindelijk waar het omdraait. Het uiteindelijke doel van het uitdoven ligt niet buiten deze verstilling en dit inzicht, ze is niets anders dan deze verstilling en inzicht. Dit laten samenvallen van middel en doel zorgt ervoor dat we onze verlangens naar meer niet zomaar kunnen projecteren op de spirituele weg. Het uitdoven als uiteindelijk doel kan geen ‘object’ van verlangen zonder meer zijn. Het bestaat niet meer buiten de beoefening.

Alle begin is moeilijk. In zijn voorwoord spreekt Zhi Yi ons aan en drukt hij zijn betrokkenheid uit. Hij schenkt ons zijn ervaringskennis om ons als ‘beginnende beoefenaar op te trekken en te leiden’. Traditionele kennis kan een rem zijn als we ons verliezen in details. Luisteren we echter naar de grondbetekenis, dan kunnen we niet anders dan vertrouwen en dankbaarheid voelen. Maar uiteindelijk moeten we zelf aan de slag, anders zijn we ‘als een arme drommel die de schatten van iemand anders telt’.

Shaku Jinsen
Hermitage onder het Bladerdek, 6 februari 2021